Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Allermeest, dewijl ik weet, dat gij [2]kennis hebt van alle gewoonten en [3]vragen, die onder de Joden zijn. Daarom bid ik u, dat gij mij lankmoediglijk hoort. 2. Grieks een kenner zijt; namelijk als een Jood, en in den Joodsen godsdienst onderwezen. Dit zegt hij niet om Agrippa te pluimstrijken, maar om hem tot meerder aandacht en leerzaamheid te bewegen. 3. Of, kwestien, geschillen.